Het gehemelte proeft het en staat verbaasd. De fijne geur van de Arabica ademt nog de berglucht en de cultivering die hij nodig heeft. Gebieden tussen 600 m en 1800 m boven de zeespiegel zijn het best geschikt voor de aanbouw.

Van 1000 naar 200: onderweg naar de ruwe koffie blijft nog maar een vijfde over – het maakt niet uit welke boon of verfijningsprocedé dat is.

Onrijpe bonen in de ruwe koffie kunnen de smaak van een hele verpakking ruïneren. Daarom zorgen sorteermachines met een doorloopsnelheid van 400 bonen per seconde voor de reinheid bij de Arabica.

De verspreiding t/m Centraal-Amerika – op de juiste hoogte groeit Arabica in Vietnam en Mexico, van de 22egraad noorder- tot en met de 26egraad zuiderbreedte.

De Arabica heeft 9 tot 11 maanden nodig voor rijping – voor planten een lange tijd vanaf de bloei tot en met de vrucht.

De Arabica wordt niet alleen gekenmerkt door zijn fijne smaak. Hij is ook buitengewoon mild, hij bevat ca. 1,1 à 1,7 % coffeïne: 2 maal minder dan bij andere soorten.

Brazilian Arabica wordt volgens de stripping-methode geoogst. Hierbij worden de bessen van de tak gestript, uitgespreid en net zo lang gedroogd totdat de bonen zonder restanten uit de peul kunnen worden gehaald.

De beste kwaliteit bij de Coffea Arabicas bestaat uit de "Colombian" c.q. "Other Milds". De bessen worden met de hand geselecteerd en van de tak geplukt (picking-methode), daarna worden zij nat geprepareerd, dus direct gewassen en voorgesorteerd en worden de schil en het vruchtvlees verwijderd. Vervolgens worden zij nog eens gewassen, en dan pas gedroogd.